Contact

mail@gemini-theme.com
+ 001 0231 123 32

Info

All demo content is for sample purposes only, intended to represent a live site. Please use the RocketLauncher to install an equivalent of the demo, all images will be replaced with sample images.

Terug naar Solwezi, Zambia

In december 2009 werd het na 38 jaar tijd voor een bezoek aan onze eerste standplaats in Afrika, Solwezi. Om precies te zijn, mijn echtgenoot Rob Merkus zou zijn VU verplichtingen op de Copperbelt University (CBU) nakomen, terwijl ik op de bus zou stappen om te zien of Solwezi ook veranderd was. Nou dat was het! Tien jaar eerder zou dit rustige provinciehoofdplaatsje waarschijnlijk nog min of meer hetzelfde zijn geweest, maar na de opening van Kansanshi- en Lumwanamijn, is het welhaast onherkenbaar. Het is uitgedijd in alle richtingen. Was het vroeger heel rustig op en langs de geasfalteerde hoofdweg, nu rijden de auto’s af en aan, en loopt er een continue mensenstroom op weg naar huis, het busstation, de markt of allerlei winkeltjes en kraampjes die in het centrum zijn verrezen. De Shoprite, die eerder door brand was verwoest, is in vergrote vorm herrezen en kan nu wedijveren met alle Shoprites op de Copperbelt.Vanaf het busstation in het centrum vertrekken er dagelijks vele bussen richting Copperbelt en ook een aantal naar Lumwana, zo’n 90 km de andere kant op, richting Mwinilunga. Solwezi is ‘booming’!

‘Mijn’ oude lagere school: Kikombe Primary School

Toch blijven een aantal gebouwen en situaties herkenbaar. De kuilen in de vele van de hoofdweg aftakkende ‘dirt roads’ zijn er nog steeds. Aan een van die wegen ligt Kikombe Primary School, de school waar ik begin 70er jaren lesgaf. De school staat er nog stevig, maar afgebladderd bij. In mijn oude klaslokaal zijn de ouderwetse houten banken inmiddels half vermolmd. Het schoolbord is verplaatst naar de tegenover liggende muur, maar waar het oude bord hing is de afdruk nog duidelijk te zien als een grote bruine, vlek. Maar de open ruimte rondom de school, is nu volgebouwd zover het oog reikt. Mr. Chilongu, het schoolhoofd van toen, is vorig jaar overleden. Met Mama Chilongu, een actieve en graag geziene persoon in Solwezi heb ik nog een leuke ontmoeting gehad.

Solwezi Boys Secondary School

De middelbare school waar Rob lesgaf en het huis waar we woonden staat er ook nog. Het schoolcomplex, nu gebruikt door Solwezi Technical High School (Soltec) zit wel aardig in de verf. Tegenover het schoolterrein, waar vroeger bush was, is een compleet nieuwe woonwijk verrezen: Saviye-Soltec. Daar staat ook het nieuwe ziekenhuis dat inmiddels al weer zo’n  25 jaar oud is. Verderop langs de weg is een ommuurd wooncomplex voor de Kansanshi mijnbazen gebouwd. Met zijn uniforme, groene daken lijkt het wel een Zuid-Afrikaanse enclave, compleet met golfbaan. Nog iets verderop, van de weg af niet te zien, ligt de grote Kansanshi open-pit mijn, die op afspaak te bezichtigen is.

 Soltec leerling aangereden en overleden.

Een maand na mijn bezoek, begin februari werd duidelijk hoe gevaarlijk de weg van Solwezi naar Kansanshi is, waar de Solwezi Technical High School dus aanligt. De mijntrucks rijden er af en aan. Een aantal Soltec leerlingen had besloten om rond 4 uur ’s ochtends in het donker langs de weg te gaan joggen. Toen een meisje onwel raakte kwamen de leerlingen om haar heen staan. Juist toen kwam er een mijntruck aan die het groepje leerlingen niet opmerkte en ze aanreed. Gevolg, een dode en zes gewonden. De vraag hoe verstandig het is om in het donker langs deze weg te gaan joggen is op zo’n moment wrang, maar moet wel gesteld worden. Dit is mijns inziens, typerend voor veel ongelukken in Afrika: met iets meer nadenkendheid zouden er veel voorkomen kunnen worden. 

 Hotels, gastenverblijven en mijn logeeradres

 Hotels en gastenverblijven zijn er, in tegenstelling tot vroeger in alle soorten en maten. De meest luxe zijn de Royal Solwezi en de verder heuvelopwaarts gelegen spiksplinternieuwe Royal Kansanshi met zijn safari-achtige voorkomen. In de vallei beneden, zie je de groene daken van de Kansanshi mijnhuizen. Ergens tussen deze twee luxe hotels logeerde ik bij Ronald de Groot en Brenda Manase. Zie www.eigenbenen.waarbenjij.nu. Ronald is, net als zijn inmiddels in Kitwe gepensioneerde oom Harry (Pater Pio), een echte bouwer. Brenda doet niet voor hem onder en samen hebben ze, profiterend van de grote vraag naar woonruimte, een aanzienlijk aantal huurhuizen/apartementen gebouwd. Tijdens mijn verblijf was het eigen erf aan de beurt en werd de fundering van hun nieuwe huis gelegd. Dat wordt natuurlijk een fantastisch huis met alle bouwkennis, toewijding en creativiteit, die de gelukkige eigenaren bezitten. Het ligt niet ver van de oever van de Kifubwa Rivier, een zijtak van de Solwezi Rivier, waar Ronald graag het zweet van de dag van zich afzwemt. Toekomstige gasten zijn van harte welkom bij deze gastvrije Solweziërs.

Lees verder: klik hieronder op 'read more'

- Rob ontdekt een ex-leerling op de Copperbelt University

- Reizen per bus

Overnachten in Zambia

- Lusaka

Livingstone

Nederlands autoverhuurbedrijf Limo Car Hire in Lusaka

Bijzondere ontmoetingen

Kasanka National Park: vogels en vleermuizen


 

 

Terwijl ik in Solwezi was, ontdekte Rob bij de CBU dat de registrar een oudleerling van hem was. Hij werd allerhartelijkst bij Allan Ilonga thuis ontvangen voor het diner en een avondje herinneringen ophalen. De voetballers van toenmalig schoolvoetbalcoach Rob Merkus waren niet de minsten en het Solwezi Boys junior team werd zelfs nationaal kampioen onder zijn bezielende leiding!

De bijnamen die de jongens voor de leraren verzonnen blijven amusant, zoals die van de Egyptische leraar met o-benen ‘he whose knees never meet’. De Franse lerares werd Meno genoemd. In Kaonde betekent dat tanden, en verwees naar haar nogal vooruitstekende tanden, maar ook naar haar veelvuldige opmerking: mais non! Helaas blijft Rob’s bijnaam een raadsel, of misschien had hij er geen?

Reizen per bus.

Reizen per bus is heel goed te doen in Zambia, zeker langs de line of rail. Van Kitwe naar Solwezi is de Marks of Jules bus aan te raden. Van de Copperbelt naar Lusaka is ook Euro-Africa Express een goede keuze, terwijl van Lusaka naar Livingstone Mazhandu Family bus de betere dienst levert.

Busreizen in Zambia zijn niet duur. Voor de Marks bus naar Solwezi betaalde ik K 50.000 (grofweg  €8). Voor de Euro-Africa Express van Kitwe naar Lusaka K60.000. Voor de Mazhandu Family luxury bus Lusaka-Livingstone K 100.000 en voor de gewone bus K 80.000. We kozen de luxury bus, vanwege de airconditioning.

Bus tickets

Bus tickets kunnen pas een dag van te voren op het betreffende busstation gekocht worden, of je gaat vroeg van huis en koopt de ticket op de dag van vertrek. De Mazhandu bus is bij mijn weten de enige lijndienst waarvoor je ook online kunt boeken: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. (“Good day, Your seat numbers are confirmed. No. 5&6 for Saturday 12/12/09  09:00hrs luxury bus. The bus fare yes is ZMK 100,000 each”) 

Toiletstops

Aan de line of rail zijn halverwege de busrit goede toiletstoppen ingepland. Niks de bush in met mannen aan de ene kant en vrouwen aan de andere! Bij de prima toiletgebouwen zijn ook restaurantjes en winkeltjes te vinden. Het is wel wat onhandig als je je in en uit de bus moet wurmen, zoals bij de Marks bus richting Solwezi, waar de venters van broodjes-, pinda-, kip-, ei, of fruit de bus inkomen en het gangpad blokkeren. In de bussen aan de line of rail liet men geen venters binnen.

Predikers in de bus

Ook kun je predikers in de bus verwachten. De goede man in de bus naar Solwezi was minstens een uur bezig met zijn verkondiging. Vanuit de bus was af en toe een instemmend amen te horen. In de Euro-Africa Express begon een vrouw al snel en luidkeels na vertrek van het busstation in Kitwe te getuigen. Zij had volgens ons een iets minder verheven doel. Het leek alsof het haar vooral om het collectegeld te doen was. Op de vaste stopplaats, zo’n 15 km buiten Kitwe, stapte ze na te hebben gecollecteerd uit, en had voor die dag waarschijnlijk weer haar kostje gekocht. Mogelijk wachtte ze op de bus terug om nog een rondje te kunnen doen! De prediker in de Marks bus naar Solwezi leek professioneler en ging niet met de pet rond.

Zelfs tv aan boord!

Sommige bussen hebben zelfs tv aan boord, zoals de Euro-Africa Express met twee tv-schermen. Eerst kregen we aidsvoorlichting d.m.v. een soap die de gevaren van een seksueel netwerk belichtte. Een ding werd duidelijk, het is beter geen‘side plates’ naast je vaste partner te hebben. Kwasila staat er ook nog eens buiten op de bus geprint, wat betekent alleen maar of afgelopen, verwijzend naar één (partner).

We reden Lusaka binnen onder de film ‘Wit Licht’ met Marco Borsato, in het Nederlands! Minder geschikte scènes voor jeugdige kijkers werden door de aanwezige kinderen met angstige ogen gevolgd. Op het bustraject van Livingstone naar Lusaka, in de Mazhandu family bus, was er een soort geweldsfilm, die ik zelf nooit zou gaan zien, en zeker zou afkeuren voor jeugdige kijkers. Kennelijk wordt het aan de chauffeurs overgelaten welke films er gedraaid worden en het lijkt erop dat ze nog nooit van het fenomeen kijkwijzer hebben gehoord. Arme kinderen! Het geluid staat vaak ook (te) hard, zodat het effect nog vergroot wordt. Tip: als je geen oordopjes/wax bij je hebt, zijn stukjes in plastic gewikkelde kauwgum uitstekende vervangers!

Overnachten in Zambia

Er zijn veel goede slaap/verblijfplaatsen in Zambia en ze hoeven niet al te duur te zijn. Je hoeft niet per se in het Pamodzi, de Holiday Inn of de Inter-Continental te gaan zitten! Er zijn tegenwoordig ook veel kleinere hotels en gastenverblijven. Zeker in Lusaka en Livingstone heb je ze voor het kiezen. In Lusaka is Chachacha Backpackers een van de goedkoopste, maar toch aangename budgetverblijven en in Livingstone Fawlty Towers. De kamers in Fawlty Towers zijn wel erg klein. Jungle Junction wordt ook aangeprezen. Je gaat per boot naar een eiland in de Zambezi en verblijft daar dan echt in de natuur. Verblijven in wildparken is zeker niet goedkoop, behalve als je met de tent gaat.

Hieronder geef ik aan waar wijzelf met veel genoegen verbleven:

Kitwe: Sherbourne Guesthouse

Lusaka: Pioneer Camp,

             Eureka Camping Park and Chalets  

             Lilayi Lodge- Game Farm

Livingstone: Livingstone Safari Lodge (van de Nederlander Tjisse Kamstra)

                  Fawlty Towers (in het centrum van Livingstone)

Fringilla Farm bij Chisamba (ca 50 km ten noorden van Lusaka):

Forest Inn, bij Mkushi:

Kasanka National Park, Wasa Camp

 

Lusaka

 

   Lusaka is in 35 jaar tijd enorm uitgebreid. De stad groeit uit haar voegen en men klopt nu al bij Kabwe Rural en Chongwe Council aan om meer grond voor stadsuitbreiding. In Lusaka verbleven we een week in Pioneer Camp. Wel wat buiten de stad, maar ook dicht bij het vliegveld en niet al te ver bij de UNZA vandaan. Terwijl Rob de UNZA bezocht vermaakte ik me met het verkennen van Lusaka, te beginnen bij het aan UNZA grenzende winkelcentrum Arcades. De zondagse souvenirmarkt daar is een echte aanrader. Het alternatief is Kabwata Cultural Village dichtbij het centrum, dat er helaas nogal ‘run-down’ uitziet.Verder merk je onmiddellijk het nadeel van de toenemende rijkdom in Zambia: veel auto’s op de weg en dus filevorming. Soms doe je 2 uur over het doorkruisen van de stad. Cairo Road met zijn vele nieuwe gebouwen, brede rijstroken en groene voetgangersmiddenstrook heeft allure en is een goed visitekaartje voor Zambia. Maar een goede rondweg om het centrum van Lusaka zou een uitkomst zijn, want nu rijdt al het verkeer van noord naar zuid dwars door Cairo Road. Vrachtwagens worden wel linksom via Lumumba Road gestuurd, dat scheelt al iets. Ik was onder de indruk van de bedrijvigheid, het vele groen, de brede straten en een aantal indrukwekkende nieuwe gebouwen, waaronder ook twee grote moskeeën. Er is duidelijk nog veel te verbeteren, maar er wordt in Lusaka hard getimmerd aan een betere toekomst. Ook een nieuw ziekenhuis is in aanbouw.

  

Livingstone

Victoria Falls

35 jaar geleden was de toegang tot de Victoria Watervallen gratis, nu kost een bezoek $10. Maar daar krijg je ook iets voor: een prachtig aangelegd stenenpad met veel veilig afgebakende uitkijkpunten. Ook de rust voor de toerist is gegarandeerd. De toch altijd wat opdringerige verkopers blijven netjes bij hun kramen buiten het hek en dieven zijn niet te bekennen. De gewapende soldaat die in het Falls park rondloopt heeft eigenlijk niets te doen.

Er was in december al voldoende water om onder de indruk te raken van de vallen. Het blijft een indrukwekkend schouw- en hoorspel, het bruisende water dat over grote afstand zo'n 100 m naar beneden dondert. Het was overigens zo warm in Livingstone, dat een fikse regenbui bij ons goed in de smaak viel. Wij hadden paraplu’s meegenomen, maar bezoekers die tot op het bot doorweekt raakten, zullen daar anders over gedacht hebben!

Naar Zambezi Sun en Royal Livingstone via de Victoria Falls

Een tip voor mogelijke bezoekers van de vallen: Loop het prachtig aangelegde park in van het Zambezi Sun hotel, met doorloop naar het Royal Livingstone Hotel.

Tussen het toegangskaartenhokje bij de waterval en het bezoekerscentrum is een open hek. Loop daar doorheen. Na 10 à 20 meter zie je rechts het toegangshokje van de Zambezi Sun. Vertel de bewaker dat je graag even wilt rondkijken en mogelijk iets eten. Wie weet wil je er nog eens overnachten! Dan mag je de parkachtige tuin inlopen. Wat een verschil met de opgebroken straten en de drukte van Livingstone town! De hoteltuin is een oase van rust. Besluit je iets te eten in de Zambezi Sun, dan heb je uitzicht op het zwembad. De lunchprijzen vallen, naar Europese standaard gerekend, mee. De bezettingsgraad was overigens minder dan 10%. Vervolg het wandelpad richting het vijf-sterren Royal Livingstone.

Het Royal Livingstone, nou dat is pas een luxe hotel!! Ergens bij de gastenverblijven staan zelfs twee wit geklede bedienden met rode fez kaarsrecht opgesteld, om het sprookje van de koloniale tijd te doen herleven. Na de wandeling kom je in de open ontvangstruimte en op het uitgestrekte terras, met uitzicht op de opspattende spray van de vallen op zo’n halve kilometer afstand. Je kunt het grasveld oplopen en aan de rivier op een bankje gaan zitten om van het fraaie uitzicht te genieten. De bootsman die vlakbij aanlegde vroeg of we mee wilden naar de rand van de waterval en het Livingstone Island, waar je kennelijk ook verwend wordt met drankjes en hapjes. Maar dat was ons toch iets te duur voor $90 p.p. We gingen liever op het houten dek aan de rand van het water zitten voor een drankje.

Nadat de regen zelfs de ingang van dit paradijselijke hotel binnen kwam gutsen, namen we een taxi terug naar ons eigen budgetonderkomen bij Fawlty Towers (€ 40 per kamer) midden in de hustle en bustle van het stadscentrum. De shopping mall met oa. een Shoprite, de Zuid-Afrikaanse kledingketen Mr Price, restaurant de Hungry Lion en een aardige boekwinkel, is er recht tegenover. Een taxi om de ca. 10 km naar de waterval af te leggen kost K30.000 (ca €4). Spreek de ritprijs van te voren af en laat de taxichauffeur het bedrag voor alle duidelijkheid nog eens herhalen, zodat er geen misverstanden ontstaan. Anders is de kans erg groot dat je wordt afgezet!! Een alternatief is om naar een betrouwbare chauffeur te vragen. Overigens wordt afgeraden naar de vallen te gaan lopen. Vooral bij de laatste kilometers maak je kans doelwit te worden van dieven die uit een in de bush verscholen dorp schijnen te komen.

Het Livingstone Museum

Een bezoek aan het Livingstone Museum in het stadscentrum is zeer aan te bevelen. Het bestrijkt de geschiedenis van lang geleden tot de moderne tijd. Zo is er een afdeling over de eerste bewoners van Zambia, maar ook een over Dr. Livingstone himself en over de moderne politieke geschiedenis. Aardig was dat het personeel Robs verloren zonneklep had bewaard om die de volgende dag bij navraag aan hem terug te geven.

De bekende dinner cruise op de Zambezi vond ik persoonlijk wat saai. Wij betaalden samen $90 en hoewel het all in is, met drank en een goed verzorgde maaltijd, vond ik het toch wat teleurstellend. Je ziet de waterval niet, omdat je stroomopwaarts tuft en het vooral te doen is om de dieren die je langs de oevers ziet en het eten en drinken aan boord. Sommigen noemen het de ‘booze cruise’. Veel dieren zagen we niet en olifanten zeker niet. De nijlpaarden aan het eind van de rondvaart, waren nog het meest interessant, naast een boom met openbek ooievaars. Als de zon net onder is leg je weer aan bij het Waterfront, de aardige camping annex restaurant naast de aanlegsteiger.

Verder vermaak

Er is genoeg te doen in Livingstone voor de toerist. De souvenirmarkt, het railway museum, het Mosi-oa-Tunya wildpark,  Mukuni village, de helikopter- of microlight vlucht en niet te vergeten het wild water rafting, bungy jumpen of een bezoek aan de Zimbabwe kant van de vallen. Sommige toeristen maken ook een uitstapje via Kazungula naar het Chobi National Park. Wij hebben geen van deze dingen gedaan, vooral ook omdat bij de extreme hitte het zwembad meer aantrekkingskracht uitoefende! Er vertrekt vanuit Livingstone ook een wekelijkse bus naar Windhoek.

Wil je nog meer info over Livingstone, dan zijn er heel wat bereidwillige touroperators, en  ook de Nederlandse Karien Kermer van Wild Side Safaris (www.wildsidesafaris.com), niet ver van Fawlty Towers. Zij kan je ook het laatste nieuws of iets over het leefklimaat van Livingstone vertellen.

Nederlands autoverhuurbedrijf Limo Car Hire in Lusaka

Voor €60 per dag all-in huurden we bij Hans Sportel van Limo Car Hire een 2x2 ‘bakkie’ dat het uitstekend deed. Via zijn website www.limohire-zambia.com is meer informatie te vinden en in de Zambia Nieuwsbrief van maart 2008, nr 121, is er nog het verhaal over hoe hij in Zambia terecht kwam en zijn bedrijf startte. Er zijn zeker meer betrouwbare autoverhuurders, maar daar heb ik geen onderzoek naar gedaan.

 Bijzondere ontmoetingen

 1. George Woodley van Fringilla Farm

Op de Fringilla Farm en Lodge hadden we een interessant gesprek met eigenaar George Woodley. De oude Woodley had inmiddels de boerderij, met zijn succesvolle slagerij, aan zijn zoon overgedragen, terwijl hij en zijn vrouw zich bezig hielden met het uitgebreide restaurant en de gastenverblijven. Daar is flink aan getimmerd, vooral het nieuwe conferentiegedeelte maakte indruk. Hij moet het vooral van de conferenties hebben, vertelde hij. Ook komen er in het weekend dagjesmensen vanuit Lusaka. De boerderij en de kamers liggen pal aan de Great North Road richting Kabwe en een lunchstop in de mooie relaxte tuin is zeer aan te bevelen.

Het is een hele prestatie om zo’n welvarend bedrijf van de grond af op te bouwen en dat heeft hij gedaan. Toen de situatie in Kenya begin jaren 70 minder gunstig werd voor blanke boeren, besloot hij als jongeman, van Zuid-Afrikaanse afkomst, zijn geluk in Zambia te beproeven.

Persoonlijk was ik mij er niet zo van bewust dat er een flink aantal blanke boeren in Zambia woont en werkt. Recent zijn er over de honderd uit Zimbabwe bijgekomen, die zich vooral in het bekende Mkushi Farm Block hebben gevestigd. Wie de wereld van de blanke boeren wil leren kennen, kan het beste een praatje maken met Mr.Woodley! Hij kent de meesten van hen persoonlijk, oa de Fullers, de ouders van Alexandra Fuller die het boek ‘Don’t let’s go to the dogs tonight’ geschreven heeft over de tijd van de Chimurenga, de Zimbabwaanse vrijheidsstrijd van1966–1980. Zij wonen nu aan de Zambezi in Zambia en leveren jonge kweekvis aan boeren die vis willen kweken voor de verkoop.  

 2. Arjen en Lydia van de Arly Corporation

Op de lijst met Particuliere Initivatieven (PI’s) van de Zambia Werkgroep stond de Arly Corporation altijd opvallend bovenaan. Omdat ik niets meer van dit ambitieus gestarte project vernam, had ik mij dikwijls afgevraagd wat ervan terecht gekomen was. Het ging om Lydia en Arjen Bierenbroodspot en hun drie kinderen. Allen zouden ze hun Nederlandse werk opgeven en naar Zambia vertrekken om daar hun droom te verwezenlijken en een boerderij/school/weeshuis/kliniek op te zetten ergens in de buurt van Mkushi/Serenje.

Op weg naar het Kasanka National Park verbleven we een aantal dagen in Forest Inn, zo’n 20 km voor Mkushi. Forest Inn ligt overigens ook pal aan de Great North Road, en een lunch stop is daar van harte aan te bevelen. Waarom, zo vroeg ik mij af, vraag ik niet eens na of de Bierenbroodspots ergens in de buurt wonen? De manager van de Shenton farm (eigenaar van Forest Inn) wist te vertellen dat ze zo’n 10 km verderop woonden, op Loza Farm. We reden er naartoe en ik meende in de jongeman bij de ingang van het huis een Nederlander te herkennen die Arjen zou kunnen zijn. Dus toen was het iets van: “Arjen Bierenbroodspot I presume”?  En jawel hij was het en Lydia was dichtbij. De koffie was gauw gezet en hun verhaal kon beginnen.

 Nee, het was niet allemaal gegaan zoals ze verwacht hadden. Ze hadden met veel tegenslagen te kampen gehad en de kinderen waren al lang weer naar NL teruggekeerd. Inmiddels hadden ze hun eerste slecht lopende boerderij verkocht en waren ze met behulp van een aantal bevriende boeren (o.a. George Woodley) dichter bij het farm block komen wonen. Lydia was nu druk met de herstart van het gastenverblijf van een bevriend boerenechtpaar. In december vorig jaar draaide het Loza Guesthouse net een paar maanden en naar tevredenheid. Lydia verdiende niet veel, maar als tegenprestatie mocht Arjen een stuk tabaksland huren en er de opbrengst van hebben. Ze hadden ondanks de moeilijkheden de moed nog beslist niet verloren en hoopten hun Afrikaanse droom toch nog te kunnen verwezenlijken. Wij wensen hen alle succes toe!

Kasanka National Park: vogels en vleermuizen

In de Zambia Nieuwsbrief is al meerdere malen aandacht besteed aan het Kasanka National Park en de enthousiaste jonge Nederlandse managers daar (zie ook ZNB 125). Inge handelt de administratieve taken af, terwijl vogelexpert Frank bezoekers graag de vele soorten vogels en in het goede seizoen ook de vleermuizen laat zien. Helaas misten we eind december op het nippertje het indrukwekkende gezicht van zo’n 10 miljoen vleermuizen die tegen het donker uitvliegen en bij het krieken van de dag massaal terugkeren naar hun ‘bat forest’. Wel hebben we de kale bomen gezien waar ze in hun miljoenen aan hangen en zijn op het boomplatform geklommen van waaruit ze te zien zijn.

Rust en stilte

Verder is Kasanka een rustig park, zonder de big five, maar wel met veel puku’s, de schaarse Sitatunga en een grote diversiteit aan vogels. De aardige chalet-rondavels liggen verscholen aan de rand van het Wasa meer en als je de hectiek van het Westerse leven moe bent kun je hier echte rust en stilte ervaren. Hoewel.... in het regenseizoen hoor je ’s avonds het getinkel van duizenden kleine kikkertjes die in het riet en drassige water langs het meer verscholen zitten. Verder word je verwend door het behulpzame personeel. Vooral de kok moet genoemd worden, die het door jou meegebrachte eten op vakkundige en creatieve wijze bereidt.

David Lloyd

Als laatste iets over het speciale karakter van Kasanka. Het park is nieuw leven ingeblazen door David Lloyd die er medio jaren ‘80 zijn eigen geld instak. De voormalige districtscommissaris kon het niet aanzien dat er zoveel gestroopt werd en het einde van het park in zicht leek. Een bevriende boer hielp wegen en gebouwen aanleggen. Lloyd is inmiddels met pensioen en verkast in de Europese winter graag naar zijn eenvoudige rondavel in Kasanka/Wasa. Om te kunnen slagen wordt er veel samengewerkt met de omringende dorpen, waar ook de leden van de anti-stroop brigade worden gerekruteerd. Fondsen van derden blijven nog nodig.

Zie www.kasanka.com en voor Stichting Kasanka Nederland www.kasanka.nl 

 

 

 

 

Wij gebruiken cookies op onze web site. Sommigen zijn essentieel voor het correct functioneren van de site, terwijl anderen ons helpen om de site en gebruikerservaring te verbeteren (tracking cookies). U kan zelf kiezen of u deze cookies wil toestaan of niet. Let op dat als u onze cookies weigert mogelijk niet alle functies van de site beschikbaar zijn.